zondag 29 januari 2012

een jaar geleden


Vandaag precies een jaar geleden: zaterdag was het toen, 29 januari 2011.
We reden in 2 auto’s richting Rotterdam, de tweede oproep in twee dagen tijd. Er was weer een nieuwe lever, een nieuwe kans.
op de ehbo bij binnenkomst

Ik weet het nog tot in de kleinste details, Jan was heel bang en zenuwachtig en ik was heel blij, er van overtuigd dat het na die enorme domper van donderdag deze keer wél zou lukken: Jan zou ’n nieuwe lever krijgen! En we waren met z’n allen, wij, twee dochters, twee schoonzoons, perfect.
Ik kan alles nog als ik in een film terug draaien, hoe de kamer voor Jan eruit zag, de klapdeuren waar we afscheid namen, hoe de gastenkamer eruit zag, en het plafond waar ik die nacht naar staarde. En vooral de nachtmerrie waar we de volgende ochtend in beland bleken. En het grote nutteloze litteken…
Pas 12 dagen later gingen we weer naar huis, gedesillusioneerd en Jan met z’n eigen oude verrotte lever én 5 stents in z’n kransslagaders.

29 januari 2012, zondag. Jan heeft weer een ander soort morfinepleister voor de pijn, met hopelijk iets minder bijwerkingen. En pilletjes tegen de misselijkheid, die helpen wel na een half uurtje. Het gaat wel iets beter, maar in onze ogen niet goed genoeg. Misschien moeten we gewoon wat meer geduld hebben.

We doen ook nog wel leuke dingen hoor, alleen is het steeds even wat spannender of het allemaal lukt met Jan. Een week geleden zaten we bij de theatervoorstelling van Ramses, kaartjes gehad van een lieve dochter, was erg mooi en Jan houdt erg van de liedjes van Shaffy.
En vanmorgen mochten we met mijn broer en Pee mee naar de Boeddhistische tempel in Waalwijk. We hebben daar een soort dienst bijgewoond en aan het einde kregen we een soort zegen van de monnik. Jan kreeg ook nog een polsbandje omgeknoopt van hem. De gastvrijheid was indrukwekkend; iedereen is welkom en iedereen kan een hapje meeëten. De monniken leven ook uitsluitend van wat de bezoekers meebrengen.
En voor komend weekend hebben we ook weer plannen, al durf ik het eigenlijk niet lang meer van te voren hardop te zeggen. We hebben een huisje gehuurd in Hoek van Holland, vlak bij zee, spannend….


dinsdag 24 januari 2012

zorgen


Zondagmiddag        Deze zondag is een uitstekende dag om me zorgen te maken. Een hele dag nutteloos niks doen, terwijl er genoeg te doen is hoor, ik verveel me nooit.
Jan heeft vanmorgen lang uitgeslapen, en ik ook. We zijn even bij z’n moeder langs geweest en daarna weer naar huis. Jan is niet zo lekker, dat gebeurt vaker de laatste tijd. Totaal uit het niks voelt hij zich misselijk. Hij denkt (hoopt) dat het van z’n medicijnen komt, met name van de pijnstillers. Sinds donderdag heeft hij morfinepleisters voor de pijn in z’n benen omdat hij van andere dingen ook al niet lekker werd.
Ik hoop het met hem mee, dan is er misschien met een pilletje tegen de misselijkheid wel wat aan te doen. Maar misschien is het wel gewoon omdat hij zo ziek is. Het is heel lastig, de cardioloog zegt dat z’n hart op dit moment in orde is en de maag-lever-darmarts zegt dat de bloedwaardes voor wat betreft de lever stabiel blijven. Niks om je zorgen te maken dus. Maar Jan zelf voelt wat anders…
Hij heeft een groot stuk van de middag geslapen.

Intussen maak ik me ook zorgen om m’n werk. Op een van mijn werkplekken is het niet zeker dat ik straks mijn eigen werk kan blijven behouden, misschien gaan ze me wel ergens anders inzetten, andere tijden, andere dagen. En ik zie dat helemaal niet zitten. Het kleine beetje houvast dat ik op dit moment nog heb wil ik graag behouden. Liever niet teveel veranderingen, er verandert zo al genoeg in mijn leven.

Gelukkig stormt het buiten, een half uurtje wandelen doet dan wonderen. Laat maar stormen, hup, m’n haar los en laat maar wegwaaien die zorgen.

Ook de verzekeringen brengen een hoop zorgen met zich mee, kleine zorgen, maar wel héél irritante. De autoverzekering voor de nieuwe auto stond ineens op meneer van der Meer, de oude bleek nog door te lopen terwijl de nieuwe al begonnen was en ze wilden ons dus dubbel laten betalen terwijl het onze fout niet was. Jan heeft er heel wat telefoontjes aan besteed voor het in orde was. Maar de CZ spant de kroon. Wij begrijpen wel waarom die verzekeringen zo duur zijn. Natuurlijk vanwege mensen zoals Jan die dure behandelingen, onderzoeken en medicijnen nodig hebben. Maar de grootste kostenpost is volgens mij personele kosten. Domme personele kosten om precies te zijn. Als je ziet hoeveel fouten daar gemaakt worden, dan moet je best dom zijn om daar aangenomen te kunnen worden.
Een voorbeeld: Omdat we erg veel ritjes maken naar ziekenhuizen voor afspraken controles en onderzoeken mogen we de reiskosten declareren. Dus Jan houdt dat allemaal keurig bij en hij stuurt regelmatig een formulier op waarop alle gemaakte kilometers genoteerd staan, met een formulier van het ziekenhuis erbij als bewijs.
Nu kreeg hij pas een brief van CZ dat er weer een uitbetaling had plaatsgevonden; er was 27 eurocent overgemaakt! 27 EUROCENT!!!    Jan heeft maar weer eens even gebeld om te vragen of ze denken dat het Erasmusziekenhuis hier om de hoek is. Bleek dat ze de vergoeding voor één kilometer hadden overgemaakt i.p.v. het totaalbedrag. Hoe dom kun je zijn??  Op zich al iets om je zorgen over te maken, de domheid van veel mensen, niet allemaal natuurlijk, die bij allerlei instanties werken.

Dinsdagmiddag.         Weer een lange nutteloze middag voor Jan en Wil met de korte achternaam in het ziekenhuis rondgehangen. Jan kreeg een inspannings-doppler-onderzoek voor de bloedvaten in zijn benen, om te kijken of daar de oorzaak van de pijn te vinden is.
Na het onderzoek zouden we meteen bij de arts terecht kunnen voor de uitslag. Meteen bleek in dit geval bijna 1,5 uur later te zijn…. Hoe moeilijk kan het zijn om bij zo’n balie waar je je moet melden gelijk even te horen  hoe lang het nog ongeveer zal duren en dat je eventueel best nog tijd hebt om in het restaurant een kopje koffie te drinken als je dat wilt. Maar nee hoor, ze laten je gewoon 1,5 uur zitten. We zijn allebei een keer naar de balie gelopen om te vragen of ze ons toch echt niet vergeten waren.
Dus toen uit het onderzoek ook nog helemaal niks gekomen was vonden we het een beetje een nutteloze middag. De vaatchirurg nam nog wel even met ons alle gedane onderzoeken door en zo is er dus weer een heleboel uitgesloten: Er is niks mis met de bloedvaten of doorbloeding. Naar een orthopeed gaan heeft geen nut want op de röntgenfoto’s is niks afwijkends te zien. Een hernia is het zeer waarschijnlijk ook niet, dat hadden diverse fysiotherapeuten al onderzocht. Dus nou gaan we weer terug naar de huisarts, kijken of die er nog iets slims over kan zeggen.
Jan heeft al wel besloten dat hij zich niet meer naar een andere arts laat sturen als de kans groot is dat die ook niks vindt of er niks aan kan doen. Hij is zo onderhand wel een beetje klaar met al die onderzoeken. Jan heeft het idee dat de bijwerkingen van de pijnstillers iets minder worden, hij is wat minder vaak misselijk, dus hij blijft waarschijnlijk gewoon braaf morfinepleisters plakken. En ik vind hem wel iets trager dan normaal, maar dat mag ik natuurlijk niet hardop zeggen.
Bovendien zou ik allang blij zijn als de misselijkheid inderdaad alleen van die medicijnen komt.

donderdag 19 januari 2012

komt een oma bij de dokter



Gisteren is Jan z’n moeder bij het Verbeeteninstituut in Tilburg geweest om te horen wat haar behandelingsmogelijkheden nog zijn. Jan z’n zus en haar man waren mee.
Behalve tumoren in haar darmen, lever en longen schijnt er ook in de lymfeklieren al wat aangetroffen te zijn. Of is dat altijd al als het al zo ver verspreid is? Dat weet ik eigenlijk niet, want Jan heeft een andere kankersoort, een langzamer groeiende, zodat er nog weinig te merken is van eventuele uitzaaiingen. (wat niet zegt dat ze er niet zijn)
Ze heeft nu morfine voor de pijn gekregen en twee andere medicijnen om de bijwerkingen tegen te gaan. Jan had daarvoor al gezorgd dat ze een slaapmiddel kreeg via de huisarts. Eerst wilde ze dit niet: “nog meer rommel in mijn lijf” mopperde ze, goed eigenwijs. Maar nadat wij haar uitgelegd hadden dat dat nu niks meer uitmaakt en dat slapen belangrijker is vond ze het toch wel een goed idee.

Als ze wil kan ze nog een lichte chemokuur krijgen in de vorm van tabletten. Daarmee zou het ziekteproces een beetje afgeremd kunnen worden. En lang niet iedereen wordt er beroerd van, omdat het maar een lage dosering is. Gelukkig hoeft ze niet na te denken over zware chemo; in haar situatie, bang als ze is voor witte jassen en naalden, zou dat een ramp zijn. En er valt toch niks meer te genezen.
Ze heeft nu een week tijd om te bedenken of ze die medicijnenkuur nog wil beginnen. Het zou dan betekenen dat ze twee weken chemo slikt en een week niet, en dat zo drie keer achter elkaar. Ergens tussendoor zou er dan nog een scan gemaakt worden om te kijken wat het middel doet.

Jan zit nu een beetje in een spagaat: natuurlijk wil hij er graag zijn voor zijn moeder en zoveel mogelijk helpen, maar zijn mogelijkheden zijn zeer beperkt. Hij mag geen auto rijden, heeft weinig energie en is regelmatig zelf helemaal niet lekker. Bovendien wil hij in z’n beperkte tijd ook nog wat proberen van het leven te genieten met ons, zijn gezin. Telefonisch wat dingen regelen kan hij nog wel, maar daarmee houdt het ver op. En eerlijk gezegd zit er wat mij betreft ook niet veel meer in.
Wij zitten al een aantal jaren in dezelfde situatie waar zijn moeder nu in terecht gekomen is. Onderzoeken, behandelingen, huisarts, specialisten en nog meer onderzoeken. De ene nare uitslag na de andere. Én de ene nare behandeling na de andere. Worstelen met de apotheek, de zorgverzekering, de artsen en de ambulancedienst, afspraken regelen en daarnaast nog drie keer per week fysiotherapie. In ons hoofd doet dat héél veel met ons, daar kan een gezond mens zich absoluut geen voorstelling van maken.
Onze huisarts was dan ook heel duidelijk en heel streng toen we haar over Jan z’n moeder vertelde: Jullie kunnen en mogen haar geen zorg gaan verlenen!
Superlastig, want het is wél Jan z’n moeder, de laatste grootouder van onze kinderen.
En, extra lastig, door haar ziekte lijkt het soms of ze vergeten is wat Jan al jaren doormaakt en hoe het met hem gesteld is.
Ik had het erg fijn gevonden als dit Jan in zijn laatste levensfase allemaal bespaard was gebleven.

Gisteren waren we voor een controleafspraak in het Erasmus. We dachten een afspraak te hebben met dokter Bas, maar een jonge vrouw riep ons binnen. Op mijn vraag waar dokter Bas gebleven was legde ze uit dat ieder half jaar de spreekuurdraaiende artsen wisselen. Natuurlijk, een opleidingsziekenhuis, iedereen moet het leren. Maar het was geen probleem zei onze splinternieuwe cardioloog i.o. Ze was helemaal op de hoogte.
Vervolgens kwam het gesprek op de pijn in Jan z’n benen. Maar u kunt de paracetamol nog flink ophogen, opperde de dokter. Nee hoor, zei ik, dat mag niet vanwege z’n lever. Toen keek ze een beetje wazig en heb ik maar even wat woorden als levercelkanker en terminaal laten vallen. De dokter bloosde ervan, ze was duidelijk dus niet helemáál op de hoogte…
Na 10 minuten stonden we weer buiten, hartfilmpje, bloeddruk en hartslag waren goed. Over een half jaar terugkomen. Ja, eigenlijk over een jaar, maar in uw geval….  We waren te verbaasd om te reageren, ik heb nog wel gezegd dat ik hoopte dat Jan dat nog zou halen. Reageerde ze niet op, wou zeker geen garantie geven?
Over de terugweg deden we 2 uur, in de file, in de stromende regen. En ik vind autorijden al zo leuk!

woensdag 18 januari 2012

boek


Afgelopen weekend ben ik begonnen in het boek over Guusje*
Ik was er eerder nog niet aan toe gekomen. Het is een bijzondere ervaring, Lowie zou dat vast ook een soort parallelle wereld noemen. Twee verschillende werelden, die van Guusje* en van Jan. Met een groot raakvlak; kanker. Allebei in een sneltrein geraakt waar je niet uit kunt ontsnappen, alleen Guusje had de pech dat die van haar wat harder reed.
Terwijl ik het boek van Lowie lees kom ik regelmatig onze namen tegen en ik zie als in een film de situaties terug; Guusje in het AMC en Jan in het Erasmus. Guusje met haar kralen en Jan met z’n blauwe plekken. Beide slechte vooruitzichten. Allebei zo dapper. Ik ken veel mensen die in het boek voorkomen en de bijbehorende beelden zijn dus niet moeilijk voor te stellen. Het boek geeft een duidelijk beeld van de wereld waarin je terecht komt als iemand in het gezin kanker krijgt. Een aanrader.

Jan ligt op dit moment nog even lekker in bad te dobberen. De ultieme manier om te relaxen. Straks gaan we weer naar Rotterdam, naar cardioloog Bas. Jan heeft al een tijdje geen last van z’n hart gehad. Wel is hij af en toe ineens even helemaal niet lekker, gisteren ook weer. Als hij dan een poosje geslapen heeft is het gelukkig over. Jan denkt dat het aan de combinatie van zijn medicijnen ligt en dat zou goed kunnen. Ik denk dat het is omdat hij nou eenmaal erg ziek is, maar ik begrijp dat Jan liever dat eerste denkt.
Vanmiddag moet Jan z’n moeder ook weer naar het ziekenhuis; het Verbeeteninstituut in Tilburg. Kijken of er nog een behandelingsplan is, en daarna nadenken óf ze nog wel een behandeling wil. Ik heb het idee dat ze redelijk snel achteruit gaat en ik kan me heel goed voorstellen dat ze helemaal geen behoefte meer heeft aan welke nare behandeling dan ook.

We hebben onlangs een brief gekregen van het RAV, de regionale ambulancedienst. Daarin staat dat er een aantekening bij ons huisadres komt; mochten we ooit weer voor Jan een ambulance nodig hebben dan zullen ze hun best doen om Jan meteen naar Rotterdam te vervoeren. Maar ze geven geen garanties. Er staat ook nog in dat het absoluut niet de bedoeling is dat patiënten zelf in ambulances moeten klimmen of buiten op een brancard geholpen worden. Goh, waarom dacht ik dat nou al? Er wordt binnen de ambulancedienst stevig over deze voorvallen gecommuniceerd.
Toch weer iets bereikt. En toch weer bevestigd in mijn motto dat je je mond moet opendoen als er iets misgaat.





woensdag 11 januari 2012

medische molen


Gisteren was het weer een medische-molen-dag. Eerst naar de huisarts voor ons allebei; Jan heeft  steeds meer last van zijn heupen en benen als hij ligt. Dus slapen is moeilijk. Om artrose uit te sluiten moet er een röntgenfoto gemaakt worden. Om een eventuele ontsteking vast te stellen moet er bloed geprikt. En verder wordt er weer wat veranderd in de medicijnen.

Bij mij gaat het om m’n diabetes. Iedere 6 weken wordt er bloed geprikt om te kijken of het glucosegehalte al daalt. Iedere 6 weken een pilletje erbij. Maar nu komen we in de goede richting, ik zit op 54 en de bovengrens is 52.  45 is ideaal, dus nog één pilletje erbij. (jammer dat dat ene pilletje kans geeft op hypo’s, maar wel fijn dat het de goede kant op gaat)

Vervolgens dus naar de apotheek om de nieuwe pillen op te halen. En ‘s middags naar Waalwijk voor de foto en bloed prikken. De bloedprikafdeling bevindt zich in een hele grote hal. En daar kregen we weer een staaltje van ziekenhuisbureaucratie ten top: Die enorme hal was leeg, er was helemaal niemand. Dus Jan meldt zich aan de lege balie, waarop de mevrouw erachter vraagt: Heeft u wel een nummertje getrokken?   Dat vinden wij nou humor!

Met de nodige dutjes voor Jan tussendoor lukte het ons ook nog om naar de film te gaan vroeg in de avond, Freddie Heineken, we proberen de balans er nog steeds in te houden, naast alle nare dingen ook genoeg tijd en aandacht besteden aan iets leuks.

Tussen de bedrijven door ben ik ook nog gebeld door de klachtenfunctionaris van het TweeSteden n.a.v. mijn brieven. Eerst een aan de directie, die zo dom waren om hem door te sturen naar de klachtencommissie terwijl ik helemaal geen klacht wil indienen. Daarna nog een naar de directie om ze dit uit te leggen. De klachtenfunctionaris vroeg heel veel, om een duidelijk beeld te krijgen wat er gebeurd is en wie ze daarover kon aanspreken. Dat heeft ze gisteren dan ook uitgebreid gedaan; de secretaris van de Raad van Bestuur, medisch manager van de EHBO, de hoofdarts van de EHBO en de cardioloog van Jan.
Vanmorgen heeft ze me weer uitgebreid gebeld om verslag te doen en te vertellen wie er allemaal gingen kijken hoe procedures en protocollen verbeterd kunnen worden.
Kijk, daar hebben we iets aan, veel beter dan een klachtencommissie die drie maanden onderzoek moet doen. Deze mevrouw nam mij erg serieus. Ik heb haar voorgesteld dat zij vóór de klachtencommissie gaat zitten. Een gesprek met haar is veel duidelijker en beter dan een langdurige klachtenprocedure. Bleek dat nou juist te zijn waar zij ook mee bezig is, de volgorde veranderen; eerst een gesprek met haar en dan eventueel pas naar de klachtencommissie.
Ze gaf mij ook nog een compliment over de wijze waarop ik dit aangepakt heb. En ik heb nu haar persoonlijke 06-nummer. Indien nodig mag ik haar altijd bellen. Altijd leuk om mee te kunnen wapperen als we weer eens (onverhoopt) op de EHBO belanden……  Nee hoor, dat doe ik niet, zo ben ik helemaal niet….

zondag 8 januari 2012

En dat is twee....


6 januari, tien over half een ’s nachts, klaarwakker. Jan ligt keihard te snurken. Tijd om een blogje te schrijven.
Maar dan een blog die pas later geplaatst zal worden, want op dit moment zijn pas een paar mensen op de hoogte.

Jan z’n moeder heeft vandaag de uitslag gekregen van de onderzoeken die afgelopen week gedaan zijn. En het was niet best.
Tumor in de darmen, uitzaaiingen in de lever en de longen. A.s. woensdag een leverpunctie om te bepalen welke soort chemo nog ingezet kan worden. Alleen nog om af te remmen, genezing is niet mogelijk. Een week later is het behandelprotocol klaar en dat kan ze beginnen met chemo.
Ze is 78, nooit echt veel gemankeerd en doodsbang voor alles wat met dokters, naalden en ziekenhuizen te maken heeft. Welkom in de wereld waar kanker regeert, de wereld waar wij al 2 jaar, 2 maanden, 4 weken en 1 dag in zitten.

Als ik mijn ogen dicht doe zie ik een berg ellende voor mij liggen waar ik niet overheen kan kijken. Ik weet niet wat ik voelen moet, het past er niet meer bij. De wereld waar kanker regeert … , is er nog een andere wereld dan?

We wisten deze week al dat de kans groot was dat deze diagnose er aan zat te komen, dat maakte dat mijn frustratiegrens sneller bereikt was. Niet door apparaten die niet meewerken of servicebalies waar 33 mensen voor je zijn. Maar gewoon door het leven zelf. Ik moest alleen nog even mijn mond houden, net zoals nu. Totdat de familie op de hoogte is. Daarom wordt deze blog later gepubliceerd.

Zondagmiddag 8 januari 14.45 uur
Eigenlijk moet ik een inhaalslag maken met mijn huiswerk voor ’t ROC maar deze blog moet er eerst uit.
Vannacht al een poging gewaagd toen ik weer eens niet sliep, maar niet gelukt.

Jan is niet zo lekker, die doet even een dutje. Doet hij sowieso vaak, maar waarschijnlijk is hij gisteren iets te actief geweest en daar betaalt hij nu de prijs voor. Hij was o.a. met Annelijn en Ton mee naar de garage om een auto te kopen. Wij hebben er straks nog maar één, dus Annelijn kan niks meer lenen, en het is wel heel fijn als ze mobiel is en kan komen wanneer ze wil of het nodig is. Zonder afhankelijk te zijn van het openbaar vervoer. En Jan is goed in onderhandelen en regelen, hij vindt het heel fijn om zo nog iets te kunnen betekenen, dus hij was blij en trots dat er een goede deal gesloten is.
En we zijn later op de dag ook nog op bezoek geweest, was erg gezellig, maar toch iets te veel blijkbaar voor Jan.

In het eerste stuk van deze blog, van vrijdagnacht, schreef ik al wat er met Jan z’n moeder aan de hand is. Het was natuurlijk belangrijk eerst alle familie op de hoogte te brengen voor ik hier een beetje ga zitten bloggen. Jan heeft vrijdag een tante gebeld en die heeft een keurig lijstje met telefoonnummers van iedereen gestuurd.
Aan mij de taak om iedereen te bellen. Heb daar ervaring in…
Dus heb ik gisteren 6 broers en zussen van Jan z’n moeder aan de telefoon gehad. (Zij is de oudste in het gezin, de jongste is maar 2 jaar ouder dan Jan.)

Was niet makkelijk, de schrik en emoties waren zonder veel woorden voelbaar door de telefoon heen, welkom in de wereld waar kanker regeert, voor sommigen was het een hernieuwde kennismaking.

Twéé naasten die ten onder gaan aan deze kutziekte, hoe bizar kan het leven zijn??



donderdag 5 januari 2012

frustraties



Frustraties genoeg tegenwoordig. En het kost me steeds meer moeite om er mee om te gaan.
Het lijkt ook wel of kleine frustraties erger zijn dan de grote, of misschien sluit ik vaak gewoon mijn ogen voor die laatste categorie.
Gisteren moest ik iets terug brengen bij de MediaMarkt, werd ik naar de servicebalie gestuurd, hing daar een nummertjesapparaat, trok ik nummer 56 terwijl nummer 23 aan de beurt was; 33 MENSEN VOOR MIJ!
Jan was wel mee, want we zouden daarna nog even op bezoek gaan, dus hij was maar “even” in de auto blijven zitten. Die auto stond ver weg, want het was overal megadruk. En ik had geen telefoon, die was net leeg, en we gingen toch samen, dus die was niet nodig….. Grrrrrrr.
Anderhalf uur heb ik daar gestaan. Intussen wel veel respect gekregen voor mijn medemensen, iedereen stond daar redelijk relaxt en gelaten te wachten. Jan werd al helemaal bezorgd dat er iets met me was, en toen hij ook nog eens een ambulance zag langsrijden is hij me toch maar eens komen zoeken, beetje de omgekeerde wereld. Het bezoek doen we een andere keer wel, de middag was bijna om.

Gisterenavond heb ik ook nog een hele poos met de pc geworsteld. Die wordt een beetje trager dus ik wilde alle foto’s op schijfjes zetten om te zorgen dat die veilig zijn. En ik weet best hoe je foto’s op een CD zet, maar het lukte niet!!!  Er stonden al foto’s in de wacht en die kreeg ik pas naar heel veel moeite weg. Voorgoed dacht ik, maar gelukkig vandaag terug gevonden. Maar toen lukte het nog niet, ik had al 2 CDtjes verprutst en ik kreeg het niet voor elkaar, er kwam iedere keer één nieuwe foto in de wacht die eerst gebrand wilde worden voor ik verder kon. Nog meer GRRRR.

Ik heb op dit moment niet zo heel vaak de keus om te doen waar ik zin in heb, het draait allemaal toch een beetje om Jan en z’n ziektes, maar als dit soort stomme dingen mijn tijd opslorpen, dan kan ik daar best gefrustreerd om zijn. Ik ben gisterenavond maar even in de stromende regen gaan wandelen, het stormde zo lekker, dat hielp.  (Vraag me af of het ooit weer normaal wordt in mijn hoofd, normaal concentratievermogen, hoge tolerantie, veel geduld, en m’n eigen originele matige geheugen ipv het zeefje wat er nu zit.)
En leuke dingen doen, dat helpt ook. Vanmiddag geluncht met de baas van Jan en zijn leidinggevende, was gezellig.
Morgen naar de ene dochter in Den Bosch en de andere komt ook daarheen. Ook leuk.

Afgelopen zondag heb ik van Nienke deel één gehad van de cursus Facebook voor dummies. Ik kan nu dus ook zeggen dat ik op Facebook zit, maar verder stelt het nog niet veel voor. Kreeg al een waarschuwing van een dochter dat ik wél moet reageren als iemand iets op m’n wall zet. Moet ik daar ook nog tijd in steken!! Verwacht maar niet te veel van mij. Hoewel, ik kan ook al chatten, op Annelijn uitgeprobeerd. Zegt ze terug: Eigenlijk moet ik studeren…  jaja, op facebook zeker.

De pijn in Jan z’n benen hoort in de categorie grotere frustraties. Zijn lichaam begint duidelijk te wennen aan de pijnstillers, eigenlijk zou de dosering verhoogd moeten worden. Voor Jan zijn die pillen op zich al frustrerend, hij mag er geen auto mee rijden. Daardoor is hij nu totaal afhankelijk van mij, terwijl hij qua conditie best weer even zelf de deur uit zou kunnen. In geval van nood doet hij dat dus ook soms, klein stukje naar de fysio bijvoorbeeld als ik echt niet kan.

Deze week zijn er nog wat nieuwe frustraties bijgekomen, daarover in een volgende blog meer.